Kaatsheuvel is een dorp in Noord-Brabant, in de gemeente Loon op Zand. Kaatsheuvel heeft veel bekendheid in Nederland door het attractiepark de Efteling.
Kaatsheuvel ligt tussen Waalwijk en Loon op Zand.
Nabijgelegen kernen zijn Loon op Zand, Dongense Vaart, 's Gravenmoerse Vaart, Waspik-Zuid, Vrijhoeve-Capelle, Sprang, Waalwijk en De Moer.
Berndijk, van Heeswijkstraat, Hooge Zandschel, Sprangsevaart, Gasthuisstraat-West, De Zwijgertjes, Pannehoef, 't Rooie Dorp, De Els.
De naam Kaatsheuvel is waarschijnlijk een verbastering van het woord Ketshoeve, wat de naam was van een herberg die ongeveer op de plek stond waar zich nu de Efteling bevindt.
De oudste vermelding van Kaatsheuvel is uit 1506, waar de plaats genoemd wordt als Ketshovel. De buurtschap zelf bestond toen al enkele eeuwen en behoorde tot de heerlijkheid Venloon, later Loon op Zand genaamd. Oorspronkelijk leefden de bewoners van de turfwinning. In 1396 werd op last van Paul van Haastrecht de Turfvaart gegraven die van 's Gravenmoer via Kaatsheuvel naar 's-Hertogenbosch liep. De turfwinning kwam omstreeks 1600 tot een einde en de vaart verzandde. De turfwinners waren keuterboeren: ze bezaten, naast hun werkzaamheden als turfsteker, een klein boerderijtje.
Kaatsheuvel lag in het grensgebied van Staats-Brabant en het Gewest Holland, zodat dat de plaats een toevluchtsoord voor ongunstige elementen kon worden. In 1720 vond een roversbende, De Witte Veer, een schuilplaats in het Ravensbos nabij Zandschel. Dit gezelschap ondernam rooftochten tot diep in Holland. Uiteindelijk werd de bendeleider, Zwarte Johannes, gevangengenomen door drossaard Otto Juijn van Loon op Zand.
Na voor het bijwonen van de mis afhankelijk te zijn geweest van de parochies in Loon op Zand of Sprang, stelde de heer van Loon op Zand in 1731 een ruimte in zijn boerderij voor dat doel ter beschikking, terwijl in 1736 een schuurkerk gereedkwam die in 1836 door een stenen waterstaatskerk werd vervangen. In 1913 werd deze vervangen door de huidige Sint-Janskerk. In 1897 werd de Heilige Martelaren van Gorcumkerk gebouwd te Berndijk en in 1936 kwam de Sint-Jozefkerk gereed. In 1873 vestigden zich de Franciscanessen uit Oirschot zich in Kaatsheuvel. Tussen 1970 en 1988 vertrokken zij weer, een bejaardentehuis achterlatend. De zusters verzorgden ook onderwijs voor meisjes.
De hervormden kregen in 1804 een kerkje aan de Zuidhollandsedijk. In 1853 werd het raadhuis van Loon op Zand naar het -sedert 1800 sterk gegroeide- Kaatsheuvel overgebracht. Dit ging met nogal wat geweld gepaard.
Vanouds kende Kaatsheuvel beroepen als scharenslijper, mattenvlechter, zwavelstokmaker en stoelenmatter. Gelegen in de Langstraat steunde de economie van Kaatsheuvel lange tijd op de schoenindustrie. Dit kwam voort uit de gunstige omstandigheden voor leerlooien: stromende beekjes en de aanwezigheid van eikenschors, wat ter plaatse in windmolens tot run werd vermalen ten behoeve van de leerlooierij. In 1890 waren er maar liefst 134 schoenfabriekjes waarvan een aantal uit niet meer dan een werkplaatsje zullen hebben bestaan.
Burgemeester Van der Heijden vond deze eenzijdigheid begin jaren '50 een te groot risico, wat heeft geleid tot de oprichting van het toen geheten Natuurpark De Efteling. Reeds in 1935 was, op initiatief van de plaatselijke pastoor, het R.K. Sport- en Wandelpark geopend en dit vormde de kern van het latere uitgestrekte attractiepark. Daarnaast werd het terrein van de in 1949 gehouden tentoonstelling De Schoen aangekocht. Sindsdien heeft het attractiepark zich voortdurend uitgebreid. Inmiddels domineert, ten gevolge van de aanwezigheid van de Efteling, de toeristenindustrie het economisch klimaat en is de schoenindustrie naar de achtergrond verdwenen, alhoewel nog wel merkbaar aanwezig. De teloorgang van deze industrie vond plaats vanaf 1966, voornamelijk ten gevolge van de concurrentie van lagelonenlanden, te beginnen met Italië. Omstreeks 1980, toen ook de Oost-Aziatische landen schoenen op de markt brachten, sloten de meeste schoenfabrieken.
Rond 1950 was Kaatsheuvel goed voor een vijfde van de Nederlandse schoenproductie. Hoewel vele fabrieken sindsdien verdwenen zijn, waren omstreeks 2010 de volgende schoenfabrieken nog aanwezig:
Ten noorden van Kaatsheuvel is bedrijventerrein de Kets.
De weekmarkt is op vrijdagmiddag van 13.00 tot en met 17.00 uur.
Tijdens carnaval heet Kaatsheuvel Turfstekerslaand.
In het noorden van Kaatsheuvel begint de Langstraat met hier en daar het kenmerkende slagenlandschap. Naar het westen toe zijn broekontginningen. Hier treft men waterlopen als de Oude Leij en de Oude Vaart aan, die vroeger onder meer voor het transport van turf dienst deden. Ten zuiden van Kaatsheuvel liggen de terreinen van de Efteling en naar het oosten toe ligt het nationaal park De Loonse en Drunense Duinen, een belangwekkend natuurgebied.
De duivensport is in Kaatsheuvel sterk aanwezig: de omgeving staat bekend om haar vele duivenmelkers.
In Kaatsheuvel zijn onder andere de volgende verenigingen:
Kaatsheuvel is bereikbaar via de A59 en de N261.
Openbaar vervoer per bus van Veolia met buslijn:
Bron: wikipedia.