Ootmarsum is een stad in Twente . Tot 2001 vormde Ootmarsum met enkele omliggende buurtschappen de gemeente Ootmarsum. In 2001 is de gemeente Ootmarsum met de gemeenten Denekamp en Weerselo gefuseerd tot de gemeente Dinkelland.
Rond 770 werd in Ootmarsum een van de eerste kerkjes in Twente gebouwd. In november 917 stierf Radboud, bisschop van Utrecht, in Ootmarsum. Ootmarsum was rond het jaar 1000 een van de grootste parochies in Twente, westwaarts strekte het zich oorspronkelijk tot en met Almelo uit.
In de Middeleeuwen floreerde de handel in Ootmarsum, vanwege de gunstige ligging: zowel aan een belangrijke noord-zuid-route als aan de route West-Nederland - Noord-Duitsland. Rond 1300 werden aan Ootmarsum stadsrechten verleend. Vervolgens werd Ootmarsum, met de aanleg van een dubbele rij grachten en aarden wallen, een vestingstad. In het kader van de Tachtigjarige Oorlog vestigden Spanjaarden zich in Ootmarsum. Zij werden in 1597 door legers van Prins Maurits uit Ootmarsum verdreven, waarna de vesting ontmanteld werd. Een kogel in de kerk herinnert nog aan dit beleg.
Ten zuiden van het stadje lag een commanderij van de Duitse Orde. Later werd dit de havezate Huis Ootmarsum. Zowel stad als Huis zijn vereeuwigd door Jacob van Ruisdael .
De opkomst van de industrie in Twente ging aan Ootmarsum voorbij; het bleef een akkerbouwstadje. Hierdoor stokte de ontwikkeling van Ootmarsum, wat in de tweede helft van de 20e eeuw een gunstig effect had op de toeristenindustrie: het nostalgische stadscentrum doet oude tijden herleven.
Ten noorden van de gemeentegrens ligt natuurgebied Het Springendal. Dit bosrijke natuurgebied is 355 hectare groot en strekt zich uit tot aan Vasse . In het noordwesten, midden op de Manderheide, de Cirkels van Jannink. Deze twee zuivere cirkels werden door genoemde Jannink aangelegd en gelden voor vliegers als een baken. Jannink had in Noord-Amerika gezien dat ronde akkers voordelen hebben op rechthoekige en legde ze daarom ook op zijn landgoed aan.
Ootmarsum wordt ook wel siepelstad genoemd. De siepel wordt in overdrachtelijke zin ook als toeristische trekpleister gebruikt. Drie keer per jaar tijdens de bouwvakvakantie is er een siepelmarkt, die bezoekers trekt uit de wijde omgeving.
Traditioneel vindt jaarlijks de laatste kermis in de regio plaats in Ootmarsum, meestal in november. Omdat de buitentemperatuur tijdens deze kermis over het algemeen vrij laag is wordt de kermis ook wel de Koale Kermis genoemd, wat 'koude kermis' betekent.
In Ootmarsum wordt Pasen op een bijzondere manieer gevierd door de rooms-katholieken, die het overgrote deel van de inwoners uitmaken. Op eerste paasdag maken de poaskearls een rondgang om de kerk en zingen daarbij paasliederen en lopen de inwoners van Ootmarsum in een lange rij hand-in-hand door het stadje, het zogenaamde vlöggeln.
Historische paasgebruiken en vlöggeln
Poaskearls
De rooms-katholieke H.H. Simon en Judaskerk te Ootmarsum
Bron: wikipedia.